Hoe kom je aan vijf kilo zout in Castro Marim?
Heel eenvoudig: je rijdt naar de rand van het dorp, waar de zon fel weerkaatst op witte bergen zout. Je stopt bij een van de salinas — de zoutpannen — en vraagt om “cinco quilos de sal”. Ze wegen het af, scheppen het voor je in een zak, en je rijdt weer terug met een product dat al duizenden jaren zo wordt gewonnen.
Je kunt terecht bij plekken zoals Horta d’El Rei, Salina do Grelha of NaturSal. Het zijn traditionele zoutproducenten waar het zout nog met de hand wordt geoogst. In sommige gevallen kun je zelfs de flor de sal proeven — de fijne toplaag van het zoutbekken, die alleen bij windstil weer ontstaat.
Zout uit Castro Marim is geen industrieel product. Het wordt gewonnen door zon en tijd. Het bevat geen toevoegingen. En dat proef je — in je soep, op gegrilde groenten, of op een stuk brood met olijfolie. Maar het gaat niet alleen om smaak.
Je koopt vijf kilo zout niet voor één gerecht. Je koopt het omdat je iemand bent die kookt. Die dingen lekker maakt. Ik heb een eigen mengsel van zout met knoflook, gerookte paprika en thijm, rozemarijn enzovoorts. Erg lekker. Dat delen we met de mensen die hier komen. Dan kun je naar huis iets mee nemen dat ruikt naar eenvoud, wind en zon.
En ergens onderweg realiseer je je: dit is geen souvenir. Het is een begin. Want die Saude neem je mee!
